We leren allemaal dankzij �n met behulp van onze zintuigen: ogen (visueel), oren (auditief) en
tast of gevoel (kinesthetisch). |
|
|
|
|
|
Roept iemand vaak dingen als: �Ik zie het niet; ik zie het anders; nou kijk dat zit zo�
dan geheid dat zo iemand graag leert door te kijken: die noemen we
visueel ingesteld. Alleen naar
informatie moeten luisteren werkt bij hem minder goed. |
|
Ben je juist wel auditief ingesteld, dan zeg je vaker dingen als: �Moet je eens horen; daar hoor
ik van op; ik heb het niet gehoord; ik dacht iets anders te horen�. |
|
Anderen leren het liefst door meteen zelf aan de slag te
gaan (kinesthetisch ingesteld). |