Leer je het makkelijkst door te denken vanuit ‘ik’ of ‘wij’(1ste persoon) en de afstand tot de anderen: |
||
Enkelvoud | Meervoud | |
1e persoon | Ik, mij, me. |
Wij, we, ons. |
2e persoon |
ik jij Jij, jou, je, gij, u. |
wij
jullie
Jullie, je. |
3e persoon | ik hij Hem, hij, zij, ze, haar, het. |
wij zij
Zij, ze, hun, hen. |